Kerken in de jeugd

Geboren in Limburg, dan krijg je links of rechtsom met het katholicisme te maken. Voor de meesten van mijn generatie is dat slechts een herinnering gebleven, maar het heeft mij gegrepen. Of het nu een zoekend geloof is, de muziek, de architectuur of de volkscultuur, als jongetje van 5 trok de kerk in het dorp al snel. Even stiekem naar binnen, het rook er zo lekker. Mijn ouders hadden de kerk verlaten, maar ik ging er met mijn fietsje naar toe.
Al snel ontdekte ik het koor boven bij het orgel, waar ik als jochie al snel werd opgenomen door de dames aldaar. Week naar week toog ik de wenteltrap richting de galerij op. Dat ik pas 15 jaar later opnieuw de trap zou beklimmen om zelf te gaan spelen, had ik toen nog niet voorzien. Ik kan me ook niets heugen van het orgelspel, misschien omdat het orgel weinig voorstelde, of er slecht op gespeeld werd, wie zal het zeggen.

Dorpskerk van Berg.
Laurentiuskerk Bemelen – interieur
Laurentiuskerk Bemelen, met middeleeuwse toren.

Later ging ik op zoek naar een andere kerk, weet niet waarom, misschien omdat het in het dorp wat saai was. Ik kwam in Bemelen terecht, alwaar men elke week gregoriaans zong. Sinds die tijd heeft die muziek een rol gespeeld in mijn liefde voor muziek.
De pastoor aldaar was iets minder vroom, heb ik me later beseft, dan verwacht. Hij is later vertrokken naar Afrika, als missiepater. Alhoewel ik me niet zo bewust was van de geschiedenis van de kerkgebouwen, de stijl en de werkelijke inhoud van het geloof zelf, de ruimtes, de geur, de kleuren, de plek in het landschap, ze grepen me. Nooit vergeet ik het naar binnen gluren bij de Sint Servaas die in de jaren 80 in restauratie was, de graven lagen open, en je zag de skeletten liggen. Luguber en ‘retespannend’ dus.
Eenmaal in Dokkum kwam ik nog wel eens in de Bonifatiuskerk aldaar. Als puber hield dat op, mede omdat er in Dokkum zelden tot nooit gregoriaans klonk, echt katholiek was het niet, dat noorden.
Uiteindelijk hervond ik mijn ‘jeugdliefde’ in Leeuwarden, waar ik zowat onder de toren van de Bonifatiuskerk kwam te wonen. In die kerk leerde ik orgelspelen, en ben ik tot op de dag van vandaag actief. Als daar mogelijk de deuren sluiten, is voor mij dit hoofdstuk ten einde, dan maar verder als kerkwees.

Sint Servaas Maastricht (na de laatste restauratie)
Bonifatiuskerk van Dokkum
Bonifatiuskerk van Leeuwarden

Net als in het spoorwezen, trok in de kerk mij ook het stukje organisatie. De klokken die moeten op tijd luiden, de deuren moeten open, het rooster volgend. Als kind speelde ik dat na in de Lego-speelgoed-kerken die mijn toen nog jonge vader bouwde. Met een gitaar simuleerde ik de typische drieklank klokgelui zoals die door de Limburgse heuvels klonken. Een cassettespeler met bandjes orgel verzorgde de muziek.
Later speelde ik het hele leven uit van de parochie met lego, al werd die parochie langzamerhand eigenlijk een gewoon dorp, en was de kerk slechts iets voor de zondag in Legoland. Door de week waren er kermissen, treinstations en forenzen op het busstation. De kerk stond, nu inmiddels een grote houten versie, eveneens gebouwd door pa in mijn kamertje.
Vriendjes trok het natuurlijk niet, de buurt dacht dat het een speelgoedkasteel was, ook goed.
Voor de Legoland parochie van Dokkum maakte ik een krantje, en had zelfs wat echte abonnees in de stad, waar ik trouw te krantjes bezorgde.
Toen eenmaal de treinen het wonnen van de kerk, raakte de speelgoedkerk in verval en kwam uiteindelijk met de Lego tezamen op zolder. Nu was het tekenen geblazen!
De wens om eens een eigen kerk in huis te hebben, kwam aan het einde van mijn tienertijd terug, waar ik begon te bouwen aan een heuse kathedraal van hout.

Tekeningen en krantjes uit mijn jeugd. Klik erop om ze te bekijken.