
Eenmaal 18 jaar verliet ik Dokkum en kwam op de Tuinen in Leeuwarden te wonen. Het raam van van mijn kamer keek uit op een muur, maar als je links om te hoek keek zag je de Bonifatiustoren. Op zondag klonken daar de 3 klokken, zoals ik het geluid kende van de Limburgse heuvels. In Dokkum hing maar één klok in de toren. Al snel ging ik een keer kijken en zo rolde ik de gemeenschap in, eerst als koorzanger, later als organist. De pastoor, Peter Bosma, was hartelijk, en gaf de sleutels van de kerk. Ik begon voorzichtig met orgel spelen. Het orgel was alleen niet in een geweldige staat, dus na een tijdje begon ik met het herstellen van de technische mankementen. Sinds die tijd ben ik actief gebleven, als koorzanger, organist, koster en kerkwacht. Inmiddels alleen nog als organist, als bespeler en als pleger van onderhoud en stemming.



De Bonifatiuskerk is een grote driebeukige kruisbasiliek in neogotische stijl. Geheel opgetrokken uit baksteen met een door lood beklede houten lantaarn op de toren die 84 meter hoog is. De kerk is ontworpen door de beroemde architect Pierre Cuypers en gebouwd tussen 1882-1884. De kerk verving een veel kleinere schuilkerk elders in de stad. De kerk is zo’n 75 meter lang, en haar toren is de hoogste van Friesland. De kerk is geïnspireerd op de Franse Gotiek en heeft op elke windrichting een rozetraam.
Het interieur is rijk, maar is over een lange periode tot stand gekomen. De huidige vloer, een groot gedeelte van de ramen, een aantal beelden en voorwerpen zijn van later datum. Vooral de ramen zijn bijzonder, geen enkel raam is niet van glas-in-lood voorzien.
De kerk bezit 2 orgels, het grote orgel is van de firma Adema uit Hillegom, gebouwd in 2021, met gebruik making van het pijpwerk en het front van het vorige orgel. Bij de bouw was ik via de orgelcommissie intens betrokken. In het koor van de kerk staat nog een klein orgel van de bouwer Aristide Cavaillé-Coll uit 1884. Het is klein, maar van bijzonder hoge kwaliteit en kracht. Beide orgels zijn vooral geschikt voor Frans-romantische literatuur, de stijl die ik daarom eigen heb gemaakt.

We zullen zien, wat de ontwikkelingen zijn, ik zie het verschrompelen van de kerk niet meer dan een symptoom van een in verval zijnde beschaving. Anderen zullen het er niet mee eens zijn, en het zien als vooruitgang, echter ze hebben geen antwoorden op de problemen die het met zich meebrengt, waardoor onherroepelijk de realiteit zich opdringt.
Overigens, deze kerk is gebouwd ver ná de verlichting, en is in feite zelf ook al een teken van de nieuwe tijd. Gebouwd met oog op het verleden, maar al met één been in het heden.
